Begroting 2020

Verbonden Partijen

Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA), Arnhem

Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd
De Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) is per 14 november 2012 in werking getreden. Per 1 april 2013 is vervolgens de Omgevingsdienst van start gegaan. Gemeente  Rheden heeft de uitvoering van de vergunningverlening, toezicht en handhaving (vth-taken) op het gebied van milieu ondergebracht in ODRA. Doel van de samenwerking in deze regeling is kwaliteitsverbetering, het verhogen van de robuustheid en het efficiënter kunnen uitvoeren van deze grotendeels wettelijk voorgeschreven taken.

Zeggenschap gemeente
De portefeuillehouder is lid van het Algemeen Bestuur dat bestaat uit 11 personen. Van de 102 stemmen heeft Rheden 8 stemmen. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit 5 leden. Eén lid vertegenwoordigt de gemeenten Doesburg, Renkum, Rheden en Rozendaal.

Programmadoelstelling
ODRA levert een bijdrage aan de programmadoelstellingen van programma 3 Gebiedsontwikkeling en programma 4, Duurzaamheid.

De beleidsvoornemens
Uitvoering geven aan de VTH-taken op het gebied van milieu door middel van een dienstverleningsovereenkomst en een jaarlijks uitvoeringsprogramma.

De begroting van ODRA was tot en met 2017 volledig gebaseerd op inputfinanciering. 2018 en 2019  zijn overgangsjaren naar outputfinanciering en wordt er afgerekend op de voor de gemeente gemaakte uren. Vanaf 2020 is de begroting van ODRA gebaseerd op beheerste outputfinanciering.

Financiële informatie

Financieel overzicht

(x € 1.000)

Jaar

Eigen Vermogen

Vreemd Vermogen

Resultaat

Bijdrage van gemeente

Bijdrage aan gemeente

2017 JR

801

3.122

-83

493

0

2018 JR

783

4.883

12

471

0

2019 BEGR

711

891

68

493

0

2020 BEGR

407

1059

-236

518

0

Risico’s
Er is het risico dat:

  1. ODRA over het geheel de begroting overschrijdt en meer werk (moet) leveren dan dat geraamd is in het werkprogramma voor Rheden.

Ad 1.
De ODRA-begroting voor 2020 is volledig gebaseerd op de werkprogramma's van de partners. Wanneer ODRA alle werkprogramma’s volledig uitvoert, zijn daarmee alle kosten gedekt. Wanneer ODRA de werkprogramma’s echter niet volledig uitvoert of kan uitvoeren, worden de kosten van ODRA ook niet volledig gedekt uit de partnerbijdragen. De partners zullen dit tekort naar rato van inbreng in ODRA moeten bijbetalen. Het risico hierop wordt klein ingeschat aangezien ODRA in 2018 heeft laten zien dat zij de bedrijfsvoering grotendeels op orde heeft en strak stuurt op volledige uitvoering van de werkprogramma's. Daarbij heeft ODRA een algemene reserve van €206.000,- (geraamd eind 2020).

De transitie naar input- naar outputfinanciering is complex. ODRA heeft dit proces zorgvuldig doorlopen en intensief hierin afgestemd met de partners. ODRA heeft de gevolgen voor de begroting en de werkprogramma's goed doorgerekend en de risico's in kaart gebracht. Desondanks zijn gezien de complexiteit van het proces onvoorziene effecten zeker niet onmogelijk.

ODRA heeft in het kader van de transitie naar outputfinanciering haar PDC omgezet van activiteitgericht naar productgebaseerd en tegelijkertijd sterk vereenvoudigd. Voor de nieuw benoemde producten zijn vanzelfsprekend nog geen ervaringscijfers. Bij het bepalen van de kengetallen heeft ODRA scherp geraamd zonder extra marges, waarbij ODRA bovendien anticipeert op een nieuw nog aan te schaffen VTH-systeem en meer LEAN-werkprocessen. Een wenselijke ontwikkeling gezien de besparingsmogelijkheden die het geeft op langere termijn, maar op kortere termijn wel een risico dat de werkelijke kostprijs van enkele producten hoger zal zijn dan nu geraamd.

ODRA is een jonge organisatie en nog volop in ontwikkeling. ODRA heeft diverse veranderingen in gang gezet om nog beter haar bedrijfsvoering in control te krijgen, een prettige werkomgeving voor haar medewerkers te bieden, maar ook om zich voor te bereiden op de Omgevingswet. Zeker in 2020 zal een groot (capaciteit)beslag komen op alle ODRA-medewerkers in de implementatie van de Omgevingswet, die mogelijk meer capaciteit zal gaan vragen dan nu (conservatief) is begroot. Risico is dat de volledige uitvoering van de werkprogramma’s daarmee onder druk komt te staan.

Er is in de begroting rekening gehouden met een prijsstijging van 2,24% cf de CPB-index. Het risico is dat werkelijke prijsstijgingen hoger uitvallen. Met name vanuit het onderhandelingstraject over cao gemeenten kunnen hogere looneisen uitkomen dan begroot. Aangezien de salariskosten voor het grootste deel de kostprijs van de producten bepalen, zullen hogere salarissen leiden tot hogere kostprijzen dan nu in de begroting geraamd.
Ad 2.
Wanneer ODRA meer werk aan ons levert of moet leveren (het werk is deels vraaggestuurd) dan geraamd, zal ODRA dit bij ons in rekening brengen conform de systematiek van outputfinanciering. Het ODRA-werkprogramma voor 2020 is scherp geraamd, waardoor nagenoeg geen marges meer aanwezig zijn en we meerwerk niet kunnen opvangen binnen het werkprogramma. Onvoorzien meerwerk zal dus leiden tot een hogere rekening van ODRA. Het risico op niet-vraaggestuurd meerwerk is gering, aangezien ODRA ons regelmatig informeert over de stand van zaken, waardoor we voldoende kunnen sturen op het afgesproken werk.